Ons lichaam heeft vet nodig. Maar te veel vet is niet goed. Zeker als het rond de taille zit. Ontdek wat een gezond vetpercentage is en hoe u dit kunt meten.
Vet is een belangrijke brandstof voor ons lichaam. We hebben het nodig voor de opbouw van cellen en de opname van vitamine A, D en E . Onmisbaar dus. Ons lichaam slaat ook vet op. Het is onze energiereserve, houdt ons warm en beschermt onze organen.
Helaas is er ook een keerzijde. Te veel vet verhoogt het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte). Daarom is het goed om grip te houden op het vetpercentage in uw lichaam.
Het vetpercentage is de hoeveelheid lichaamsvet in verhouding tot het lichaamsgewicht. Voor mannen is dit 7% tot 25% en voor vrouwen 21% tot 36%. Vrouwen hebben namelijk meer borstweefsel en leggen vetreserves aan voor een eventuele zwangerschap. Ook leeftijd speelt een rol.
| Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|
| 20 - 39 jaar | 7% - 20% | 21% - 33% |
| 40 - 59 jaar | 10% - 22% | 23% - 34% |
| > 60 jaar | 12% - 25% | 24% - 36% |
Er zijn verschillende manieren om het vetpercentage te meten, bijvoorbeeld met een huidplooimeter of een speciale weegschaal.
Met een huidplooimeting meet u de dikte van de huidplooi op minimaal 3 verschillende plekken op uw lichaam. Deze meting is best lastig. Laat het daarom doen door iemand die hierin gespecialiseerd is, bijvoorbeeld een gewichtsconsulent.
Wilt u regelmatig thuis uw vetpercentage meten? Dan is een weegschaal met vetpercentagemeter een uitkomst. Er zijn verschillende weegschalen die u eenvoudig thuis gebruikt, zoals deze weegschaal met lichaamsvetmeter.
Tips voor het gebruik van de weegschaal
Meet steeds op dezelfde dag en tijd, bijvoorbeeld elke woensdag na het wakker worden. Doe dit het liefst op een lege maag, en niet na lichamelijke inspanning, douche, bad of sauna. Eén keer per week meten is meer dan genoeg.
Vet is een belangrijke bron van vitamine A, D, E, en essentiële vetzuren die ons beschermen tegen hart- en vaatziekten. Bijvoorbeeld omega-3 of linolzuur. Ons lichaam maakt deze vetzuren niet zelf aan. Eet daarom elke dag voeding met onverzadigde vetten. Deze vindt u in olijfolie, koolzaadolie, ongezouten noten, avocado en vette vissen zoals zalm.
