Beeldschermzorg omvat een zeer breed en wisselend aanbod, en wordt toegepast bij een groot aantal verschillende kleine doelgroepen. In de wijkverpleging lijkt een bewezen positieve businesscase daarom moeilijk haalbaar, terwijl die wel duidelijker is in bijvoorbeeld de gehandicaptenzorg en begeleid zelfstandig wonen.
Dit komt doordat de zorg die geleverd kan worden via een beeldscherm, vaak begeleiding en AIV bij ADL betreft. Als een cliënt behoefte heeft aan begeleiding bij de persoonlijke verzorging om zelfredzaam te blijven, of er wordt voornamelijk informele- of sociale beeldzorg geleverd, dan valt deze zorg onder de WMO en kunnen deze cliënten niet meegenomen worden in de aanvraag.
Ondanks dat er geen bewezen positieve businesscase voor beeldschermzorg aanwezig is, heeft Vilans wel een aantal Nederlandse onderzoeken bestudeerd waarin een tijdsbesparing wordt aangetoond, ook al is de omvang daarvan onduidelijk. De toegevoegde waarde voor de zorgverlener is dat deze met beeldschermzorg beter de gezondheidstoestand van de cliënt kan volgen, beter aan kan sluiten bij de behoefte van de cliënt en niet altijd gebonden is aan tijd en plaats van de zorgverlening. Met name in de korte contactmomenten zit wat betreft het laatste de winst: daar waar nu korte fysieke contactmomenten plaatsvinden, kunnen deze vervangen worden door beeldbellen, wat een kostenbesparing oplevert (reistijd en reiskosten).
Om die reden willen wij zorgaanbieders tegemoet komen in de kosten van beeldschermzorg, en verwachten wij van uw organisatie verder geen aanvullende meting of evaluatie. Wel hebben wij van u een aantal gegevens nodig, en hebben we een aantal voorwaarden benoemd om voor financiering via de Nza-beleidsregel in aanmerking te komen:
- er kan financiering worden aangevraagd voor cliënten die geïndiceerde wijkverpleging vanuit de Zvw ontvangen, en waarbij de beeldschermzorg zal leiden tot het structureel reduceren van een of meerdere fysieke zorgmomenten;
- de inzet van beeldschermzorg is afgestemd op de zorgvraag van de cliënt, en dient structureel te worden geïntegreerd in het zorg- en werkproces;
- de posten die voor financiering in aanmerking komen zijn de maandelijkse kosten per cliënt van de beeldbelapplicatie (abonnement/licentie) en de eenmalige kosten per cliënt voor installatie/uitleg bij de cliënt thuis;
- er mag geen dubbele financiering plaatsvinden: ontvangt u voor (een gedeelte van) de hierboven genoemde kosten een subsidie, dan vragen we u het toegekende bedrag in mindering te brengen op het kostenoverzicht en tevens de aanvraag/toekenning te mailen onder vermelding van dit aanvraagformulier;
- een toegekende SET-subsidie (voor een deel van de kosten van de technologie) is geen garantie voor financiering van de overige kosten van technologie via de beleidsregel, deze worden afzonderlijk door CZ beoordeeld;
- posten die niet voor financiering in aanmerking komen zijn o.a. projectmanagement, implementatie en opleiding (wel mogelijk via de SET), niet voor het device zelf en ook niet voor Mobile Device Management (MDM);
- indien er door de inzet van technologie ruimte vrijkomt om meer cliënten in zorg te nemen, dan kan dat binnen het afgesproken omzetplafond, of in overleg met de zorginkoper daarboven;
- de geïndiceerde tijd die de verpleegkundige besteed aan de cliënt tijdens het beeldbellen, kan gedeclareerd worden op de integrale prestatie wijkverpleging (m.u.v. tekstberichten en e-mailcontact).
Zodra uw aanvraag is goedgekeurd, ontvangt u een standaard addendum op de overeenkomst en spreken we een vast aantal uren per cliënt per maand af om te declareren op de prestatiecode 1062 Thuiszorgtechnologie. Dit aantal uur is afhankelijk van het tarief en de maandelijkse / eenmalige kosten excl. btw en excl. directe cliëntgebonden tijd voor beeldschermzorg.