Zoeken naar balans: werk en privé in 2025
Werk en privé lopen steeds meer in elkaar over. Daarom is het zoeken naar een gezonde balans een steeds belangrijker thema. Volgens Annemie Webers, directeur van Career & Live en auteur van ‘Privéstress op de werkvloer’, moeten werkgevers meer aandacht besteden aan dit onderwerp. Van het herkennen van disbalans tot het voeren van het juiste gesprek.
Wat is een werk-privébalans?
Volgens Annemie is balans de mate waarin iemand zich zowel in de werk- als in de thuisrol betrokken en tevreden voelt. “Een week heeft 168 uur. Hoe verdeel je die uren tussen werk, zorgen, herstel, ontspanning en sociale contacten? Hoe is je betrokkenheid? Hoe tevreden ben je? Wat doet het met je energieniveau?”
Ze benadrukt dat mensen onbewust een privérugzak (relationeel, praktisch, emotioneel) meenemen naar hun werk. “Die rugzak blijft niet netjes bij de voordeur staan. Die draag je met je mee – en die beïnvloedt je werkdag. Zowel je prestaties als je mentale draagkracht.”
Accepteren van een wankel evenwicht
Op de weg naar een goed evenwicht liggen veel uitdagingen op de loer: werkdruk, mantelzorg, (jong) ouderschap, carrière maken, groepsdruk, financiële stress, digitalisering etc. Mensen staan bijna altijd ‘aan’. “Het streven naar balans kan een stressbron worden. Net als je denkt ‘ik ben in evenwicht’, wordt je hond ziek of loopt een relatie spaak. Er is altijd wel íets. En dat ‘iets’ neem je altijd mee. Het is naïef om te denken dat mensen hun zorgen thuislaten. Daarom is het essentieel om privéstress uit de taboesfeer te halen en bespreekbaar te maken.”
Wat is het gevaar van disbalans?
Het tegenovergestelde van balans is disbalans. Die ontstaat als mensen te weinig tijd hebben om fysiek en mentaal te herstellen.
“Hadden we maar een intern dashboard met een rode lamp, we signaleren sneller dat de batterij van de smartphone in het rood zit. De meeste mensen voelen het heus wel aankomen, maar negeren het. Tot ze crashen. We gunnen onszelf die rust of hersteltijd zelden. Zelfs even rustig naar het toilet gaan zonder telefoon of gesprek is al lastig. Werkgevers en werknemers samen moeten daarin hun rol pakken.”
Bied een helpende hand
Zo’n 20 tot 25 jaar geleden wilden medewerkers nog niet dat hun werkgever zich met hun privézaken bemoeide. In 2025 is dat anders. Veel medewerkers snakken juist naar meer begrip, ruimte en menselijkheid. “Werk en privé zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Medewerkers presteren minder goed als er thuis van alles speelt. Om medewerkers duurzaam inzetbaar te houden, moet daar ruimte voor zijn. Doe je dat niet? Dan raak je mensen kwijt. Een voorbeeld: een medewerker werkte alleen nog vanuit huis en kwam niet meer naar kantoor. Niet uit onwil, maar omdat hij sinds de scheiding geen hondenopvang meer kon betalen. In een goed gesprek bleek dat. De werkgever liet een plek bouwen op kantoor waar de hond welkom was. Probleem opgelost. Dát is aandacht in actie.”
Dat doe je ook door naar de individuele voorkeuren van een medewerker te kijken. “Het is belangrijk om te achterhalen wat iemand nodig heeft. Er zijn medewerkers die privé en werk graag door elkaar mixen. Dit noemen we worklife integrators. Zij voelen zich er prima bij om bijvoorbeeld overdag te sporten en ’s avonds te werken. Daartegenover staan worklife separators. Dit zijn medewerkers die werk en privé gescheiden willen houden en krijgen bijvoorbeeld stress van werkmails buiten kantoortijden. Wanneer je als leidinggevende begrijpt welk type iemand is, kun je samen betere afspraken maken over bereikbaarheid, herstelmomenten en autonomie. Dat zorgt voor meer rust én meer betrokkenheid.”
Werkgevers moeten meer aandacht besteden aan dit onderwerp. Van het herkennen van disbalans tot het voeren van het juiste gesprek. - Annemie Webers
Tot slot
Voor werkgevers is een goede balans geen luxe, maar noodzaak. Zeker in deze krappe arbeidsmarkt is mensgericht beleid essentieel. Werkplezier, welzijn én ruimte voor privéstress horen daarbij.
“Privéstress aanpakken is geen extra taak. Het is gewoon goed werkgeverschap. We hoeven medewerkers niet te redden, maar wel ruimte te geven om mens te zijn.”