Ruim 33 miljoen voor toekomstbestendige ouderenzorg: Zuid-Limburg als voorbeeld voor Nederland

Zeventien organisaties brengen wonen, welzijn en zorg samen in woonzorgzones.

Deltaplan Maastricht-Heuvelland krijgt steun van zorgverzekeraars CZ en VGZ.

Zeventien organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg gaan de komende twee jaar aan de slag met het Deltaplan. Het doel: ouderen zo lang mogelijk prettig thuis laten wonen met passende ondersteuning in de eigen buurt.

Dankzij de steun van CZ en Coöperatie VGZ komt een bedrag van 33,4 miljoen euro beschikbaar uit de transformatiemiddelen van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Dit geld wordt gebruikt voor de uitbreiding en ontwikkeling van 30 woonzorgzones in Maastricht en Heuvelland.

Urgente opgave

“Met woonzorgzones brengen we wonen, welzijn en zorg dichter bij elkaar. Zo ondersteunen we ouderen om langer zelfstandig en gelukkig te leven in hun eigen buurt, met de zekerheid dat zorg altijd beschikbaar is als dat nodig is”, aldus Roger Ruijters, bestuurder Envida.

Zuid-Limburg vergrijst sneller dan de rest van Nederland: in 2030 is één op de vier inwoners 65-plus en het aantal 80-plussers verdubbelt in vijftien jaar. Tegelijkertijd groeit het tekort aan zorgmedewerkers. Zonder ingrijpen dreigt de zorg vast te lopen.

Informele zorg en betrokkenheid

Het Deltaplan erkent en stimuleert de grote waarde van informele zorg: mantelzorgers, vrijwilligers, buren, studenten en gepensioneerden die een rol willen spelen bij welzijns- en lichte zorgtaken. Door hen actief te betrekken, ontstaat er meer samenhang in de wijk en voelen ouderen zich gesteund door hun omgeving.

Samenwerking als sleutel

In het Deltaplan trekken 17 organisaties samen op: van zorgaanbieders en welzijnsorganisaties tot woningcorporaties en gemeenten. De woonzorgzones vormen de kern van deze samenwerking: buurten waar ouderen in passende woningen wonen, welzijnsactiviteiten dichtbij zijn en zorg slim wordt georganiseerd.

Monique Heffels, bestuurder Radar: “Met het Deltaplan zorgen we niet enkel voor passende zorg en passende huisvesting. We brengen ook mensen, woonachtig in de wijk, met elkaar in verbinding. Zodat zij van betekenis voor elkaar kunnen zijn: De basis voor gelukkige wijken en kwaliteit van leven”.

Zorgverleners op een schild

De aanpak leidt niet alleen tot betere zorg voor ouderen, maar ook tot meer tevredenheid bij medewerkers. Zorgprofessionals krijgen meer ruimte om te doen waar ze goed in zijn en ervaren daardoor meer werkplezier. Ouderen geven aan dat zij zich door de woonzorgzones veiliger en meer verbonden voelen in hun eigen wijk.

Volgens Paul Bloemer, manager regioregie CZ voor Limburg en ondersteuner van het Deltaplan, gaat het om kwaliteit van leven. "Met het Deltaplan wordt het leven van de oudere centraal gesteld, niet de zorgvraag. We zien dat vraagstukken van ouderen steeds meer gaan over eenzaamheid, zingeving en eigen regie. Levensvragen die je niet met zorg kunt oplossen. Dit plan brengt het woon, zorg en welzijnsaanbod dicht bij elkaar. Mensen leven samen, ze staan voor elkaar klaar, en er professionele ondersteuning in de buurt als het nodig is. Op die manier hebben mensen de kans op een langer gelukkiger en zelfstandiger leven."

Passende woningen als basis

Ook de woningcorporaties spelen een sleutelrol. Leon Breukers, bestuurder Servatius: “Door te investeren in betaalbare, zorggeschikte woningen, gemeenschappelijke ruimtes en het versterken van de sociale infrastructuur dragen woningcorporaties actief bij aan het Deltaplan. Wij geloven dat een fijne woonomgeving en een veerkrachtige wijk niet alleen bijdragen aan positieve gezondheid, maar ook essentieel zijn om bewoners in staat te stellen langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Zo maken we buurten klaar voor de toekomst.”

Landelijke beweging

De samenwerking in Zuid-Limburg kan als voorbeeld dienen voor de rest van Nederland. Met de steun van zorgverzekeraars CZ en VGZ wordt er een boost gegeven aan de versnelling en de ontwikkeling van 30 woonzorgzones in Maastricht-Heuvelland. “Dit is meer dan een project – het is een beweging die landelijke betekenis kan krijgen”, besluit Bloemer. “Wat we hier leren, gaat ook andere regio’s helpen.”