Tekortkoming risicoverevening belemmert opschaling zorginnovaties

Opschaling van zorginnovaties wordt ontmoedigd door tekortkomingen van het risicovereveningssysteem. De ‘juiste zorg op de juiste plek’ (JZOJP) is inmiddels een gevleugeld begrip geworden. Vanwege de verschillende positieve effecten op de kwaliteit en kosten van de zorg, hebben het zorgveld en de overheid de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de verplaatsing van zorg. Maar uit onderzoek blijkt dat het risicovereveningssysteem de substitutie van zorg niet altijd stimuleert.

31 augustus 2021

Hoewel verplaatsing van zorg tot lagere kosten leidt, daalt de compensatie uit het vereveningsfonds mogelijk sterker. Om de JZOJP ambitie te stimuleren, is verbetering van de risicoverevening noodzakelijk, zo blijkt uit door ESB-gepubliceerd onderzoek.

Het landelijke systeem van risicoverevening compenseert zorgverzekeraars voor verzekerden bij wie hoge zorgkosten worden verwacht. Hiermee wordt gestreefd naar een gelijk speelveld; het voorkomt risicoselectie door zorgverzekeraars. Zij worden daardoor gestimuleerd zorg effectief te organiseren en in te kopen om zo een concurrerende premie te kunnen bieden. Onvolkomenheden in dit systeem verstoren deze werking, en hebben bovendien een negatief gevolg voor innovaties die de zorg aan patiënten kunnen verbeteren.

JZOJP levert niet vanzelfsprekend een voordeel op

Het verplaatsen van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn kent belangrijke voordelen. Voor de patiënt, voor wie het prettiger is om zorg dichtbij huis te ontvangen. Maar ook voor de betaalbaarheid van zorg. Zorg in de eerste lijn kan mogelijk goedkoper geleverd worden dan in het ziekenhuis. Vanuit het oogpunt van goede en gepaste zorg aan patiënten en het oogpunt van stijgende zorgkosten lijkt het dan ook interessant om hierop in te zetten. Het laatste is echter niet vanzelfsprekend het geval.

Praktijkcasus: Zuid-Limburgse diabetesaanpak

De auteurs van het ESB-artikel leggen de tekortkoming van het vereveningssysteem bloot aan de hand van het actieplan Diabetes 2.0 in Zuid-Limburg. Deze regio kent ten opzichte van de rest van Nederland veel diabetes type 2-patiënten. Het plan moet de zorg voor de in totaal 32.000 patiënten verbeteren, waarbij de ‘juiste zorg op de juiste plek’ één van de speerpunten is. Van de 4.000 diabetes type 2-patiënten die op dit moment in het ziekenhuis behandeld wordt, zou de helft volgens endocrinologen van Zuyderland MC en huisartsen uit de regio Mijnstreek, onder bepaalde voorwaarden, net zo goed behandeld kunnen worden in de eerste lijn.

Effect substitutie negatief

Uit de analyse van de Zuid-Limburgse praktijkcasus blijkt echter dat het verschuiven van deze zorg leidt tot een lagere vereveningsbijdrage. In dit geval een afname van naar verwachting 163 euro per patiënt. Dit effect van substitutie op de vereveningsbijdrage is volgens de auteurs nadelig voor het functioneren van het zorgstelsel. Want hoewel de zorgkosten door substitutie naar verwachting ook zullen afnemen, is er een risico dat zorgverzekeraars in specifieke gevallen geld moeten toeleggen op verplaatsing van de zorg naar de eerste lijn. Hoeveel dit is, hangt mede af van de financiële afspraken die zorgverzekeraars met zorgverleners maken. De vraag is of partijen deze risico’s willen lopen. En juist die onzekerheid zou weggenomen moeten worden om zorgverzekeraars en zorgaanbieders te stimuleren in de regio afspraken te maken over de juiste zorg op de juiste plek. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld de vereveningsbijdrage minder afhankelijk te maken van de plaats waar deze wordt geleverd.

Samenhang landelijk beleid en regionale opgave

Regionale zorgpartijen in de Zuid-Limburgse Mijnstreek zetten in op een gezond Zuid-Limburg en werken samen aan de betaalbaarheid van de zorg in de regio en de gezondheid van de inwoners. Ondanks de naar verwachting negatieve businesscase zijn de regionale partners omwille van het maatschappelijk belang toch aan de slag gegaan met het ‘Plan Diabetes 2.0’. Maar opschaling en uitbreiding van de substitutiemogelijkheden naar andere chronische aandoeningen, zou door een ongewenste stapeling tot een groter negatief effect kunnen leiden. Onderdeel van de afspraak was dan ook om deze specifieke omissie in het systeem bloot te leggen en aan te kaarten. Effectieve samenwerking in de regio is afhankelijk van landelijke systemen, een goede aansluiting is een belangrijke randvoorwaarde voor de gewenste beweging van de juiste zorg op de juiste plek. Er moet daarom voldoende aandacht zijn voor de noodzakelijke samenhang tussen landelijk, regionaal en ook lokaal beleid bij de aanpak van de specifieke regionale gezondheidsuitdagingen.